Verwilderingsbloembollen zijn in de regel voorjaarsbloeiers met opvallende bloemen. De meest bekende verwilderingsbollen zijn narcissen, crocussen en chionodoxa. Om het natuurlijke aspect in uw aanplant, bijvoorbeeld bij een bosplantsoen, heemtuin of park extra te accentueren, is het gebruik van verwilderingsbloembollen een mooie aanvulling. Ook de toepassing van bolgewassen die niet echt inheems zijn, maar wel al een aantal eeuwen voorkomen in Nederland, lenen zich uitstekend voor diverse combinaties.
Het woord stinzenbollen, die voor het eerst werd beschreven rond 1932, is afgeleid van het Friese woord stins, dat stenen huis betekent. In deze ‘stinzenhuizen’ woonden voornamelijk adellijke families, die meestal landgoederen bezaten. In Friesland werd de naam voor het eerst gebruikt voor een groep ingevoerde sierbollen bij landgoederen. Ze waren aangeplant om te verwilderen en hebben weten stand te houden. Bekende stinzenbollen zijn: sneeuwklokjes, kievitseitjes en winterakoniet. Stinzenbollen zijn een aparte groep bloembollen binnen het assortiment verwilderingsbloembollen.
Voorbeelden van diverse stinzengewassen die gebruikt worden in openbaar groen zijn:
Heeft u vragen over groenvoorziening of het aanleggen van groen in openbare ruimtes? Onze groenspecialisten helpen u graag.
In onze brochures laten wij overzichtelijk onze producten zien zoals, bloembollenmengsels, vaste planten en stinzen. Bekijk de brochures online of vraag een brochure aan via info@lubbelisse.nl